Raadt, Marja de

Schilder, textielkunstenaar, collagist. Opleiding: Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam (1968-1972); Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Kopenhagen (1976-1982). Werkzaam in: Kopenhagen (1976-1982), Gorinchem (2011), Zweden (2011). Na haar afstuderen hield Marja de Raadt (14-01-1950, Gorinchem) zich vooral bezig met landschappen, interieurs en stillevens. Naast olieverfschilderijen en werk op papier, maakte ze houtsneden en linoleumsneden. Het werk uit de beginperiode, de jaren zeventig en tachtig, was expressionistisch; donker van kleur en pasteus geschilderd. Vanuit het stilleven en als inspiratiebron een diepe verbondenheid met de natuur ontstonden in de jaren negentig de vanitas-stillevens, waarin het thema vergankelijkheid centraal staat. In deze werken zijn de bloemen metaforen voor het menselijk leven. Ze zegt hierover: ’ Leven, liefde, dood en vergankelijkheid; Ik probeer in mijn werk het essentiële te verbeelden, tot de kern te komen, het raadsel van het leven te laten zien. Bloeiende, verdorde en dode bloemen zijn als vorm interessant en kunnen daarnaast ook begrippen als empathie en kwetsbaarheid oproepen, alsof ze een ziel hebben. Daar gaat mijn werk over.’ Terwijl de stillevens van Marja de Raadt uit de jaren negentig zich nog in de traditie van het vanitas-stilleven voegen, lijken de voorstellingen zich nu los te maken van deze traditie. De voorwerpen op de schilderijen hebben ogenschijnlijk geen symbolische betekenis in die richting, maar toch lijkt het alsof de kunstenaar alledaagse voorwerpen, zoals een ventilator of drop-in-plastic-verpakking een intrinsieke waarde, dus toch een ziel toe wil dichten. De recente werken zijn contrastrijk en monumentaal maar wel lichter en gedempter van toon dan de vroegere stillevens. De expressionistische manier van schilderen heeft plaats gemaakt voor een meer voorzichtige, ingetogen penseelstreek die beter past bij het weergeven van de poëzie van de dingen.