Coppens, Joep
Joep Coppens (1940) Eindhoven De beelden die Coppens een leven lang heeft gemaakt zetten zich aan de ene kant af tegen de disharmonie, de zinloosheid en de leegte van de moderne samenleving. Van de andere kant vormen zij ook weer een verlangen naar de rust en de geborgenheid van de oerbeschavingen. Het zijn beelden in een vormentaal van hol en bol, open en dicht, licht en schaduw, die altijd uitdrukking geven aan de oeroude harmonie van het natuurlijke. Als tegenwicht tegen de religie- en symboolarmoede van de moderne samenleving stelt de beeldhouwer eenvoudige symbolen, die onmiskenbaar doen denken aan primitieve religies en voorouderverering. Behalve de harmonische vormgeving en de oersymboliek laten de beelden van Coppens ook zien dat hij als beeldhouwer in die geest wenst te werken. Hij is niet de verheven meester-beeldhouwer van de renaissance of de barok, maar veel eerder de vakman-beeldhouwer van de romaanse kerken. Hij stelt duidelijk dat het ambachtelijke de basis is van het kunstenaarschap. Met geduld en uiterste precisie vormt hij laagje voor laagje zijn wasmodellen en met voorzichtige, doelgerichte bewegingen kapt hij in hout. Uit alles blijkt zijn respect voor het materiaal, waarvan hij zich terdege bewust is dat de natuur hem dat heeft geschonken. Het zijn in feite realistische beelden, omdat we ze diep in ons binnenste maar al te goed herkennen. Het zijn beelden in brons en hout als een echo van het ‘natuurlijke’, dat ooit zo gewoon was. geschreven door Dr. G.T.A. Jacobs – kunst- en cultuurhistoricus op website: www.joepcoppens.nl