Popma, Carola

Beeldhouwer, tekenaar. Opleiding: Academie voor Beeldende Vorming, Tilburg (1972-1976); Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving, Den Bosch (1976-1980). Werkzaam in: Tilburg. De beelden van Carola D. M. Th. Popma (22-05-1954, Breda) hebben een uitgesproken vorm. De vormen variëren voortdurend, net als het materiaal waaruit ze de beelden opbouwt. Haar werk kenmerkt zich in algemene zin door de neiging tot constructie, het stapelen en verbinden van losse elementen van verschillende materie. Een beeld van haar is altijd transparant, het toont altijd tegelijk zijn binnen- en zijn buitenkant. Een aantal thema’s zijn door de jaren heen aan de orde gekomen. Daarbij waren haar reizen naar Japan en Indonesië bepalend. Evenals haar fascinatie voor de natuur; centraal daarin stond het element water. Met gebogen lijnen en vlakken in staal en ijzer, in combinatie met blauwe geblazen – of gesmolten glasobjecten, gaf zij de beweging van het water weer. Zelf geconfronteerd met fysieke beperkingen waardoor niet alle handelingen meer zo vanzelfsprekend zijn als voorheen, ontstaan in 2000 nieuwe werken. Aanvankelijk op papier: tekeningen in aquarel en inkt. De nieuwsgierigheid om bepaalde tekeningen ruimtelijk te vertalen vraagt haar naar andere, lichter te verwerken materialen uit te wijken.. Deze samengestelde beelden hebben noodzakelijkerwijs ook een meer figuratieve vorm. De ideevorming voor deze werken werd bepaald door emotionele gedachten over haar fysieke aantasting. Een persoonlijke ervaring die zij universeel heeft willen vertalen.