Bartels, Harrie
Bartels, Harrie Bartels, Hendrikus Petrus Gerardus Theodorus. 1936-02-10 (Tegelen). Schilder. Opleiding: Jan van Eyck Academie Maastricht. Werkzaam in: Maastricht )1958), Itteren (1987). Het werk van Harrie Bartels (10-02-1936, Tegelen) is vervuld met gebeurtenissen, die bijna geen gebeurtenissen zijn. Hij neemt ze waar, maar merkt ze pas op als ze voorbij zijn. Een tuin, een straat, een strand, een stukje woestijn, een stukje eenzaamheid, een omheining met een wolk erboven, de straat van een andere kant. Wat hij op de academie wilde leren was de technische kant van het schilderen. Bartels treedt niet op als een picturale virtuoos, het werk groeit bij hem eerder langzaam dan vlot. Hij laat het rustig groeien, wat begint bij de organisatorische voorbereiding. Voorafgaand het schilderij is er een tekening in crayon. Het onderzoek van het terrein hoe alles in elkaar zit. Maar het zien blijft belangrijk, het deelhebbend zien. Een ander zien dan het binnenhalend, bewust naar iets kijken. Later komt, wanneer hij met het schilderij bezig is, het kijken op de oogwimpers. De geïntensiveerde gevoeligheid moet onder spanning blijven, want de spanning moet het beeld voor altijd overeind houden.