Haanstra, Johan

Haanstra, Johan Haanstra, Johan Hendrik. 1914-01-08 (Espelo) – 1991-05-07 (Warns). Monumentaal kunstenaar, wandschilder, schilder, beeldhouwer, glasschilder, wandtapijtwever, vervaardiger van mozaïek, docent aan academie. Opleiding: Rijksacademie van beeldende kunsten, Amsterdam (1931-1934). Werkzaam in: Amsterdam (1931-1934), Goor, Enschede (1950-1975), Bretagne (1950), Frankrijk (1953). Prijzen: Geraert ter Borch Prize (1954). Johan Haanstra groeide op in een kunstzinnig en talentrijk nest. Naast zijn vader waren twee van zijn broers (Bert Haanstra en Folkert Haanstra jr.) actief als kunstenaar. Toen hij elf was kreeg Johan van zijn vader een schildersdoos en een opvouwbare ezel. Al vanaf het begin bleek hij een talent te hebben in portretteren. Daarnaast schilderde hij landschappen. Johan Haanstra werd opgeleid aan de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam (tekenen en schilderen) 1931-1934. Hij had les van J.H. Jurres (modeltekenen) 1931-1933 en H. J. Wolter (portretschilderen) 1934. Tijdens zijn studie werkte hij in Artis. Johan Haanstra begon al in het jaar 1930 als portretschilder. In de vooroorlogse jaren voelde hij zich sterk aangetrokken tot het verstilde realisme van Dick Ket. Eind 1945 was Johan Haanstra een van de medeoprichters van De Nieuwe Groep ('de modernen' in het oosten des lands). Andere medeoprichters waren vader Folkert Haanstra sr., en broer Folkert jr, Riemko Holtrop, Ben Akkerman, Wim ten Broek, Bas Kleingeld en Jan Broeze. De Nieuwe Groep speelde een rol in de doorbraak van de moderne kunst in Twente. Vanaf het begin nam hij deel aan de groepstentoonstellingen van de Nieuwe Groep. Na de oorlog werd hij docent aan de AKI (Academie voor Kunst en Industrie, Enschede, 1950-1975) In 1954 kreeg Johan Haanstra de (eerste) Geraert ter Borchprijs voor een wandschildering in de hal van 't nieuwe Gymnasium te Hengelo, voorstellende: Hades rooft Persephone" In de jaren 1950 en 1953 maakte hij reizen naar Frankrijk. Zijn docentschap aan de Academie voor Kunst en Industrie droeg sterk bij tot zijn ontwikkeling als beeldend kunstenaar. Het noodzaakte hem in tal van technieken te experimenteren. Zijn vrije werk, vrij conservatieve landschapsgouaches, kwam echter in de knel door de grote werkdruk in het onderwijs en de aandacht die zijn monumentale werk vroeg. Begin jaren zeventig kreeg hij een diepe inzinking hetgeen uitliep op een vervroegde pensionering uit het onderwijs maar ook op een scheiding. In 1976 vestigde hij zich in Warns (Friesland). Daar ging Johan weer landschappen schilderen. De schilderijen die hij maakte getuigden van een nieuw elan, een ware wedergeboorte. Hij schilderde in een totaal nieuwe stijl, levendig, sprankelend en eigentijds. Haanstra was een expressionist in hart en ziel. Hij blonk uit met zijn rake en kleurrijke werken en bracht menig kunstverzamelaar op hol.